Watersnoodramp
Eindelijk, na 70 jaar, praat Ment Toet over zijn trauma
De Watersnoodramp, woensdag precies zeventig jaar
geleden, was traumatiserend voor hulpverleners die dramatische
keuzes moesten maken. Keuzes tussen leven en
dood.
Bart Zuidervaart 1 februari 2023, 09:32
Achttien jaar was Ment Toet toen hij keuzes moest maken die
bepaalden of mensen bleven leven of stierven. Dat doet iets
met een mens.
Al zeventig jaar lang draagt Toet (88) die last met zich mee.
Zodra het januari wordt, gebeurt er wat met hem. De Scheveninger
wordt prikkelbaar, licht ontvlambaar zelfs. Zijn vrouw
Coby (82) weet er alles van, vertelt ze. De Watersnoodramp
heeft Ment getekend voor het leven.
Dat hij nu voor het eerst zijn verhaal vertelt, voor iedereen die
het wil lezen, kan hem helpen, hoopt Coby. De opgekropte
emoties moeten eruit.
Ment Toet groeide op aan de kust van Den Haag, tussen de
vissers. Maar in de eerste weken van januari 1953 bleven de
boten in de haven, vanwege het aanhoudende slechte weer.
Min of meer uit verveling besloot hij samen met een kennis
voor enkele dagen naar Tholen te gaan, niet wetende dat hij
er uiteindelijk vier weken zou blijven.
Op donderdagmiddag 29 januari kwamen ze aan, waar ze
de twee volgende dagen merkten hoe de noordwestenwind
steeds verder aantrok en zagen hoe het water op de dijken
bleef beuken. In de nacht naar zondag stonden nagenoeg alle
mannen in het stadje aan de rand van het water, zandzakken
in de aanslag. De zware storm raasde over de kust. Onheil
hing in de lucht.
De mensen werden compleet overvallen
Toet kan zich die nacht nog vrij scherp herinneren, zegt hij.
“Opeens zakte het water een meter. Het was donker, we zagen
niet waardoor dat kwam. Totdat we merkten dat er vlakbij
een dijkdoorbraak was. De huizen erachter liepen direct
onder. Er sliepen mensen in. Ze zijn compleet overvallen. Niemand
van hen zal dat overleefd hebben.”
Samen met andere mannen stapte hij in een grote sloep en
roeide de polder in, richting de ondergelopen woningen. Het
was donker, het regende hard en de golfslag was enorm.
Bij het eerste huis zaten ongeveer tien mensen op het dak. De
sloep bracht hen naar de veilige kade. Bij een boerderij, honderden
meters verderop, weigerde de bewoner mee te gaan.
“De boer zei dat zijn huis sterk genoeg was”, zegt Toet. De
boot was er nauwelijks vertrokken of ze hoorden een harde
knal. Het dak was ingestort en had de bewoner verpletterd.
Het was een voorbode voor wat die nacht zou brengen.
Toet en de andere hulpverleners in de sloep kwamen drijvende
lijken tegen. Ze zagen hoe een man uit wanhoop in
een boom klom, viel en verdronk. “Toen kwamen we bij de
volgende boerderij”, zegt Toet. “Dat was niet leuk.” Hij breekt.
Tranen stromen over zijn wangen.
‘Ik hoor het gegil nu nog’
Op het dak van die ondergelopen boerderij stond een hele
familie, inclusief moeder met baby. Vanwege de hoge golfslag
was zo’n reddingspoging risicovol. En uitgerekend bij die
boerderij ging het mis. De baby viel tussen woning en sloep.
“Het gegil van moeder, van opa, van iedereen. Ik hoor het nu
nog”, zegt Toet. “Er bleek niets meer aan te doen.” De baby
was weg, meegenomen door het water.
In de vroege ochtend keerde de sloep terug naar Tholen.
Samen met vijf andere boten hadden ze in totaal ongeveer
vierhonderd mensen gered. In het plaatselijke cafe dronken
de hulpverleners een borrel. De weken erna bleef Toet in het
gebied, eerst om vooral dieren te redden uit het water, later
om waardevolle spullen op te vissen.
Er werd weinig gesproken over de ramp en de traumatische
nacht van 31 januari op 1 februari. Heel even ging het over
de verdronken baby, herinnert Toet zich. “Iemand zei: ‘Dit is
Gods wil’. Die opmerking maakte mij zo verschrikkelijk boos.
Ik ontplofte. Niemand kan dit gewild hebben. Ook God niet.”
Twee jaar na de Watersnoodramp ontmoette hij Coby, zijn
latere vrouw. Zij kreeg de verhalen uit Tholen te horen, het
was de eerste keer dat Ment er uitgebreid over vertelde. Coby
zegt dat zijn herinneringen heftiger worden, eigenlijk sinds hij
gepensioneerd is. “Als je minder doet heb je meer tijd om na
te denken”, zegt ze.
Wat volgens zijn vrouw meespeelt is dat niemand ooit aan
hem heeft gevraagd wat hij heeft doorgemaakt en of hij hulp
nodig heeft. Het trauma zit nog altijd diep. Ze gaan nooit naar
herdenkingen van de tragedie of naar andere bijeenkomsten
over de Watersnoodramp. “Ik heb te veel gezien”, vertelt hij.
“Ik moest verschrikkelijke keuzes maken: die wel mee in de
sloep, die niet.” Hij vreest dat zo’n herdenking de oude wonden
nog verder openrijt.
Dat hij wel met de krant praat, komt vooral door Coby. “Ik
ben blij dat hij dit doet, dit had veel eerder moeten gebeuren.”
Vier dagen na het gesprek vertelt Ment dat het hem goed
heeft gedaan. “Ik werd de ochtend erna wakker en moest niet
direct aan de ramp denken. Dat is in jaren niet gebeurd.”
Bron dagblad Trouw